Art. 43-vragen Huishoudelijke hulp en de thuiszorg

Art. 43-vragen inzake convenant acquisitie Limburg
24 maart, 2016
Art. 43-vragen Toplocaties Elsevieronderzoek
24 mei, 2016
Laat alles zien

Art. 43-vragen Huishoudelijke hulp en de thuiszorg

Aan de griffier van de gemeenteraad van Roermond
Postbus 900
6040 AX Roermond

 

Roermond, 2 mei 2016

 

Betreft: Schriftelijke vragen ex. Art. 43 R.v.O. m.b.t. tot de WMO, meer speciaal de huishoudelijke hulp en de relatie met de werkzaamheden van wijkverpleegkundigen

 

Geachte griffier,

Wij verzoeken u deze brief met schriftelijke vragen op basis van art. 43 R.v.O. door te leiden naar het college van B&W.

 

Inleiding: In het kader van de WMO is de gemeente verantwoordelijk voor de organisatie – en het verlenen van de huishoudelijke hulp onderdeel van de thuiszorg. Het rijk heeft de financiële middelen voor de WMO gekort, de cliënten zijn geherindexeerd om te bepalen waar men nog recht op heeft voor huishoudelijke hulp /thuiszorg. Door de genoemde financiële omstandigheden is vaak gekort op de aard en omvang van de huishoudelijke hulp / thuiszorg. Ook in onze gemeente.

Via eigen bronnen en de media hebben wij kunnen vernemen dat wijkverpleegkundigen met regelmaat de werkzaamheden verrichten die eigenlijk gedaan moeten worden door de huishoudelijke hulp en gefinancierd moeten worden uit WMO middelen.

 

Dit brengt ons tot de volgende vragen.

  1. Herkent uw college zich in het in de inleiding beschreven beeld?
  2. Indien ja, kan het college aangeven bij hoeveel cliënten sprake is van te weinig huishoudelijke hulp?
  3. Indien ja, kan het college aangeven of en hoe vaak de wijkverpleegkundigen moeten inspringen door oneigenlijke werkzaamheden te verrichten?
  4. Indien ja, is het college met de LVR van mening dat de inzet en expertise van wijkverpleegkundigen optimaal moet worden ingezet voor het doel waarvoor zij cliënten bezoeken / behandelen?
  5. Indien ja, is het college bereid gepast maatregelen te nemen?

 

Vorengaande vragen staan los van onze waardering voor de inzet van wijkverpleegkundigen die doen wat gedaan moet worden, ook al is het hun taak niet. Ook hebben wij waardering voor de inzet van de mensen die huishoudelijke hulp/ thuiszorg verlenen. Als zij te weinig tijd krijgen voor de noodzakelijke huishoudelijke werkzaamheden, is het onze gezamenlijke verantwoording daar verandering in te brengen.

 

Namens de LVR fractie,
Lieke van Hal, Dré Peters en Jan Puper