LVR stelt Art. 43-vragen betreffende het project Veilig Thuis als onderdeel van de WMO

LVR stelt art. 43-vragen over voormalige Fordgarage aan de Knevelsgraafstraat
6 januari, 2015
LVR stelt art. 43-vragen over autobranden Maasniel
12 januari, 2015
Laat alles zien

LVR stelt Art. 43-vragen betreffende het project Veilig Thuis als onderdeel van de WMO

Lees hier de antwoorden van de gemeente Roermond op onderstaande vragen.

 

Roermond, 11 januari 2015

 

Geachte griffier,

Hierbij verzoek ik u bijgaande vragen ex. art. 43 R.v.O. door te leiden naar het college van Burgemeester en Wethouders.

 

Inleiding:

Naast alle informatie in commissie – en raadsvergadering m.b.t. tot de jeugdzorg heeft het college d.d. 30 december een raadsinformatiebrief geschreven m.b.t. het project Veilig Thuis, onderdeel van de WMO wet– en regelgeving. Deze brief roept echter bij mijn fractie nog een aantal vragen op.

Bij de overgang van de uitvoering van de jeugdwet van de provincie naar de gemeenten is de zorg uitgesproken dat een goede registratie gevolgd door adequaat handelen vanaf 1 november 2014 niet verzekerd was. Aanleiding; in de praktijk is vaak gebleken dat de omloopsnelheid van melding tot aan het verrichten van noodzakelijke handelingen vaak twee maanden bedraagt. Dat betekende dat registratie vanaf 1 november door de toen nog bestaande organisaties met grote terughoudendheid zou worden gedaan omdat uitvoering van handelen na 1 januari wellicht niet meer door dezelfde organisatie gedaan zou worden.

In de raadsinformatiebrief schrijft u dat de gemeente Venlo ten gunste van de regio waartoe ook Roermond behoort, al in de jaren 2013 en 2014 financiële middelen heeft ontvangen ten behoeve van het aanstellen van een kwartiermaker om het project Veilig Thuis “op poten te zetten”.

In de raadsinformatiebrief geeft u aan dat de start van het project vertraging heeft opgelopen en dat u nu als streefdatum noemt 1 juli 2015.

 

Formeel juridisch. Wettelijk had in ieder geval de frontoffice (integrale meldkamer kindermishandeling en huiselijk geweld) en de aansluiting van de backoffices daarop met samenwerkingscontracten gereed moeten zijn. Nu dat niet zo is kan de minister een aanwijzing geven of de gemeente onder curatele stellen.

Zonder samenwerkingscontract kunnen de medewerkers niet beschikken over informatie van elkanders dossiers. Dit is opgesloten in de wet bescherming persoonsgegevens.

 

Dat brengt mij tot de volgende vragen:

  1. Nu het project Veilig Thuis als onderdeel van de WMO-wetgeving op 1 januari niet operationeel of geheel operationeel is, wat zijn hiervan de praktische gevolgen voor het doen van meldingen?
  2. In het vervolg op vraag 1. Is de C.O.R.V. (Collectieve Opdracht Routeer Voorziening) volledig operationeel? Indien niet of ten dele niet hoe komen dan meldingen van politie bij het project Veilig Thuis en bij de gemeente?
  3. In het vervolg op vraag 1 en 2: Waar kunnen personen en instellingen tot het moment dat de organisatie wel operationeel is terecht met hun meldingen / vragen?
  4. N.a.v. de laatste alinea uit de inleiding: Hoe wordt dan vorm gegeven aan samenwerking en is de privacy van cliënten gegarandeerd?
  5. Een juridische vraag. Heeft de gemeente Roermond door de minister een wettelijke aanwijzing gekregen, dan wel is de gemeente onder curatele gesteld?
  6. Wat is uw communicatie- en handelingsplan voor de periode tot aan het wel operationeel zijn, zowel in frontoffice als in backoffice, van het project Veilig Thuis, dit dan met name naar burgers en instellingen?
  7. Hoe heeft het kunnen gebeuren dat ondanks de toekenning van financiële middelen in de jaren 2013 en 2014 voor het aanstellen van een kwartiermaker, deze eerst in de maand november 2014 is aangesteld?
  8. Bent u het met mij eens dat de aanstelling onder vraag 7 genoemd onaanvaardbaar lang op zich heeft laten wachten en wat heeft u ondernomen toen u met deze vertraging/uitstel van handelen werd geconfronteerd?
  9. Herkent u zich in hetgeen ik in de inleiding heb beschreven voor de periode 1 november 2014 t/m 31 december 2014 en zo ja wordt dit duidelijk uit cijfers of andere informatie?
  10. In het vervolg op vraag 9. Garandeert het college dat er geen kinderen en/of slachtoffers van huiselijk geweld tussen wal en schip zijn geraakt/geraken? Kan het college dit aantonen en is dat dan op basis van aanvullende maatregelen die zijn genomen en waarvan de gemeenteraad nog niet op de hoogte is?

 

Met vriendelijke groet,

Jan Puper
Raadslid voor de LVR