Lees hier de antwoorden van de gemeente Roermond op onderstaande vragen.
Roermond, 11 januari 2015
Geachte griffier,
Hierbij verzoek ik u bijgaande vragen ex. art. 43 R.v.O. door te leiden naar het college van Burgemeester en Wethouders.
Inleiding:
Naast alle informatie in commissie – en raadsvergadering m.b.t. tot de jeugdzorg heeft het college d.d. 30 december een raadsinformatiebrief geschreven m.b.t. het project Veilig Thuis, onderdeel van de WMO wet– en regelgeving. Deze brief roept echter bij mijn fractie nog een aantal vragen op.
Bij de overgang van de uitvoering van de jeugdwet van de provincie naar de gemeenten is de zorg uitgesproken dat een goede registratie gevolgd door adequaat handelen vanaf 1 november 2014 niet verzekerd was. Aanleiding; in de praktijk is vaak gebleken dat de omloopsnelheid van melding tot aan het verrichten van noodzakelijke handelingen vaak twee maanden bedraagt. Dat betekende dat registratie vanaf 1 november door de toen nog bestaande organisaties met grote terughoudendheid zou worden gedaan omdat uitvoering van handelen na 1 januari wellicht niet meer door dezelfde organisatie gedaan zou worden.
In de raadsinformatiebrief schrijft u dat de gemeente Venlo ten gunste van de regio waartoe ook Roermond behoort, al in de jaren 2013 en 2014 financiële middelen heeft ontvangen ten behoeve van het aanstellen van een kwartiermaker om het project Veilig Thuis “op poten te zetten”.
In de raadsinformatiebrief geeft u aan dat de start van het project vertraging heeft opgelopen en dat u nu als streefdatum noemt 1 juli 2015.
Formeel juridisch. Wettelijk had in ieder geval de frontoffice (integrale meldkamer kindermishandeling en huiselijk geweld) en de aansluiting van de backoffices daarop met samenwerkingscontracten gereed moeten zijn. Nu dat niet zo is kan de minister een aanwijzing geven of de gemeente onder curatele stellen.
Zonder samenwerkingscontract kunnen de medewerkers niet beschikken over informatie van elkanders dossiers. Dit is opgesloten in de wet bescherming persoonsgegevens.
Dat brengt mij tot de volgende vragen:
Met vriendelijke groet,
Jan Puper
Raadslid voor de LVR