vragen over vervreemding gemeentelijk onroerend goed

LVR stelt vragen over het programma Om!
5 februari, 2014
Jos van Rey namens LVR bij Lijsttrekkersdebat SPRR
12 februari, 2014
Laat alles zien

vragen over vervreemding gemeentelijk onroerend goed

Artikel 43

Roermond, 9 februari 2014.

Betreft : Schriftelijke vragen ex artikel 43. R.v.O. inzake vervreemding gemeentelijk onroerend goed.

Geachte griffier,

Hierbij verzoeken wij u bijgaande vragen ex art. 43 Reglement van Orde van de gemeenteraad van Roermond door te leiden naar het college van B&W

Inleiding:

Deze inleiding beginnen wij met een citaat: “.. als Roermond zijn huidige leidende positie wil behouden is de route daarvoor: ondernemen en innoveren”. Woorden gesproken door wethouder Pleyte en gepubliceerd in DDL d.d. 6 februari.

In schril contrast daarmee staat het volgende: Sinds enige maanden voeren Roermondse ondernemers overleg met de gemeente over het pand Begijnhofstraat 14. Het voornemen van beide ondernemers is om in dit pand, de leegstaande Paradisschool en het gymnastiek lokaal hiervan, te verwerven en vervolgens in te richten voor een maatschappelijk – c.q. sportcentrum.

Naar verluidt hebben de initiatiefnemers op 5 februari 2014 van een makelaar gehoord dat de verkoop door de gemeente “on hold” is gezet. Desgevraagd heeft een gemeentelijk ambtenaar op 6 februari 2014 de initiatiefnemers geïnformeerd dat: “er heeft zich nog een initiatiefnemer bij de gemeente gemeld. Bestuurlijk is vervolgens de wens uitgesproken dat deze nieuwe partij een periode te geven deze plannen nader gestalte te geven. In deze perioden zullen geen activiteiten worden ontplooid het pand te verkopen cq te vervreemden”.

Vorenstaande leidt tot de volgende vragen:

1: Is het juist dat enkele keren een gesprek op het gemeentehuis heeft plaatsgevonden met de genoemde Roermondse ondernemers/initiatiefnemers die plannen hebben voor de leegstaande Paredisschool en het tot de school behorende gymnastieklokaal aan de Begijnhofstraat?

– Met wie zijn deze plannen besproken? Graag gedocumenteerd toevoegen wie wanneer met wie gesproken heeft en welke afspraken daarbij zijn gemaakt.

2: Wat behelsden de plannen?

3:  Is het juist dat de gemeente Roermond aan de initiatiefnemers heeft meegedeeld niet één op één te willen onderhandelen, maar dat vanwege regelgeving de locatie `in de markt`gezet zou worden via een makelaar?

– Op welke juridische regelgeving is dit voornemen gesteld?

4:  Wanneer zijn offertes bij welke makelaars aangevraagd en op welke datum is uiteindelijk aan een makelaar opdracht gegeven?

– Wat hield die opdracht concreet in?

5:  Is het de gemeente Roermond bekend dat de Roermondse initiatiefnemers met de/een makelaar contact hebben gehad?  Zo ja, op grond waarvan?

6:  Is het juist dat de makelaar van de gemeente de opdracht heeft gekregen om verkoop `on hold`te zetten?

– Zo ja, hoeveel kosten zijn tot nu gemaakt door de gemeente in deze?

– Waarom moeten de initiatiefnemers dat nieuws dan van de makelaar vernemen en niet van de gemeente?

7: Waarom heeft de gemeente daartoe besloten en is het juist dat nu exclusief met één partij wordt onderhandeld?

8: Welke financiële en juridische risico´s worden nu gelopen als tijdens het spel de spelregels worden veranderd, c.q. de zaak “on hold” wordt gezet?

9: Is een en ander in de openbare besluitenlijst van het college terug te vinden?

– Zo nee, waarom niet en heeft hierover geen transparante openbare besluitvorming plaatsgevonden?

10: Welke termijn is de nieuwe initiatiefnemer gesteld met welke vraagstelling? Graag kopie bijvoegen van de gevoerde correspondentie, dan wel gespreksverslagen

11: Is deze handelswijze een voorbeeld van ondernemen en innoveren? Zie in de inleiding geciteerde uitspraken van de wethouder.

Wij vernemen graag van uw college voor 18 februari a.s. Dit met het oog op de raadsvergadering van 20 februari a.s. zodat wij desgewenst aanvullende mondelinge vragen kunnen stellen op basis van uw antwoorden.

 

Namens de LVR fractie

Commissie Ruimte  Dirk Franssen en Hay Hutjens

Commissie Bestuur en Middelen  Bert Achten en Jan Puper.